Hoe monitor je álle treinen?

Niet zo gek dus dat er vijf ontwikkelteams werken aan de applicatie. B@M is opgedeeld in verschillende (technische) componenten. Elk scrumteam is verantwoordelijk voor vier of vijf componenten van het state of the art systeem dat sinds 2019 live is. Het nieuwe systeem was hoognodig, vertelt de lead developer van een van de teams: ‘Het oude systeem was geschreven in een programmeertaal die bijna niemand meer kende. Developers van het systeem gingen inmiddels zelfs met pensioen.’ Er zat dus aardig wat druk achter de komst van een nieuw systeem. Zeven jaar lang werd er gewerkt aan een nieuwe versie. Geschreven in de industriestandaard Java en bovendien gericht op continue innovatie. ‘We willen dat dit systeem actueel blijft en blijven continu door ontwikkelen. Het leuke is dat we nu ook nieuwe features kunnen gaan bouwen. Er is genoeg te ontwikkelen als je hier als developer aan de slag gaat.’

Die nieuwe functionaliteiten kunnen de teams zelf met een druk op de knop releasen. ‘Wij werken met een ‘release train’. Als we een functionaliteit hebben ontwikkeld, testen we die eerst in de ontwikkelomgeving, dan in de acceptatieomgeving en vervolgens gaat hij mee in de release die elke drie weken plaatsvindt. In één release zitten de verbeteringen van alle teams.’ Elke twee weken werken de teams in sprints aan hun nieuwe functionaliteiten. ‘Dat is een stukje commitment, voor onszelf maar ook naar de business toe: wij gaan dit oppakken. De ontwikkeling naar DevOps is ook fijn. Het is dan echt je eigen product, je voelt je verantwoordelijk voor elke wijziging. We zitten met allemaal jonge mensen, dat is ook gewoon gezellig. Samen kijken we: hoe gaan we het maken?’

Het allergaafste? Dat is nog altijd de impact je als developer bij LTSO maakt. ‘Zoveel mensen nemen de trein. Dan werk je zelf aan een vitaal systeem binnen dat domein. Het is ook heel sprekend, die complexe infrastructuur. Dat is gewoon gaaf.’