Op pad met Veiligheid & Service

Impressie van een dag

Veiligheid & Service NS
Collega’s van Veiligheid & Service staan de hele dag op scherp. Waar heeft de Meldkamer  NS een klus voor ze? Waar kunnen ze helpen? Wanneer is ingrijpen nodig? Een verslaggever hobbelt een dag mee met V&S Deventer.
“Hier is je steekwerend vest”, zegt Pauline, terwijl ze me het paar kilo zware beschermingsmiddel aanreikt. Het vergt even een handigheidje om de flappen goed over de hartstreek te trekken. Op deze zonnige donderdag in april loop ik mee met haar en Jeroen, haar duo-collega van vandaag. Van 14.30 tot 22.30 uur ben ik hun ‘fly on the wall’.
In het verblijf staat een vitrinekast met messen en andere steekvoorwerpen. “Die hebben reizigers na het fouilleren vrijwillig afgestaan”, bromt een van de aanwezigen. Jeroen en Pauline bevragen hun collega’s of er nog bijzonderheden zijn. Niets, nada. Extreem rustig. Pauline kijkt in het overdrachtsschrift. Na een paar dagen vrij, wil ze graag weten wat er is gebeurd. “Soms is er een incident met iemand geweest die hier vaker rondscharrelt. Dat is handig om te weten.” Jeroen legt uit dat het nu wel rustig is, maar dat dat op zo’n terrasdag zo kan omslaan. “Bij mooi weer heb je regelmatig drank-opstootjes.”
Afwijkend gedrag
We gaan op pad, passeren de StationsHuiskamer en zwaaien naar de collega’s daar. Zo weten ook zij dat V&S aanwezig is. Al lopend scannen Pauline en Jeroen alles wat ze zien op afwijkend gedrag. Een blik, een loopje, lichaamstaal. Voor hen is dat een tweede natuur. Tegelijk zijn ze aanspreekbaar voor reizigers. Als een klein meisje vol bewondering naar de ‘pliesie’ kijkt en zegt dat ze met de trein gaat, hurkt Jeroen tot ooghoogte. Ze krijgt een stickervelletje en draait zich stralend om naar haar ouders: NS heeft er een fan bij.
We bezoeken de fietsenstalling. Alles in orde. Soms is er een onverwachte logé. Dan glipt iemand ’s nachts net onder het rolluik door wanneer dat naar beneden gaat. V&S helpt dan om de ongewenste gast buiten de deur te zetten. Laatst ontplofte een klant. “Ik trek je kop van je romp”, kreeg de collega van de fietsenstalling toegebeten. Alleen omdat iemand werd aangesproken op een verkeerd geplaatste fiets. “Mensen zijn compleet gek geworden”, denk ik en luister naar verhalen over andere onthutsende voorvallen.
Bij de achterkant van het station zet een jongen zijn fiets vast aan de paal waarop de AED is bevestigd. Pauline vraagt hem deze weg te halen. De buurthond krijgt een kroel voor hij met zijn baasje de tunnel ingaat.
Sprintje trekken
Ineens sprintten Pauline en Jeroen weg. Via hun oortje krijgen ze van de meldkamer door dat een hoofdconducteur assistentie nodig heeft. Precies op tijd staan ze op perron 4. De hoofdconducteur draagt een jongen over: “Geen kaartje. Ik heb aangeboden dat hij eentje kan kopen, maar dat wil hij niet. Hij praat nauwelijks en heeft geen identiteitsbewijs bij zich. Ik moet weer door, daag.”
De tiener staat er gelaten bij. Een goedverzorgde jongedame met zonnebril komt aangerend. Ze zwaait met haar mobiel en roept dat ze zijn zus is. “Ik heb een kaartje voor hem.” Jeroen controleert het en zegt: “Dit vervoerbewijs heb je nét gekocht.” Ze antwoordt: “Ik wist niet dat hij ook in de trein zat. Ik bel mijn moeder voor zijn ID.”
Jeroen probeert de identiteit van de jongen te vinden in de Basisregistratie Personen (BRP). Maar wat hij ook doet, hij krijgt geen match in het systeem. Liegt de jongen? Weet hij niet hoe hij zijn adres moet schrijven? Klopt het geboortejaar? De V&S’ers nemen de jongen mee naar het halletje voor het verblijf, uit het zicht van de reizigers. De jongen, die gebrekkig Nederlands spreekt, moet nogmaals vragen beantwoorden. Bijvoorbeeld of hij misschien toch zijn ID-kaart bij zich heeft. Hij schudt zijn hoofd. Jeroen sommeert hem zijn zakken te legen en zijn schoenen uit te doen. Zelf trekt hij zwarte wegwerphandschoenen aan. De jongen moet tegen de muur staan en Jeroen kondigt aan hem te gaan fouilleren. Het lijkt tegenstrijdig, maar in de manier waarop hij dat doet en hoe hij tegen de jongen praat, zit ook iets zorgzaams. Er komt geen ID tevoorschijn.
De jongedame klopt op de deur. Ze heeft inmiddels een foto van zijn ID-kaart. Met deze gegevens popt hij wel op in het systeem. Ineens praat de jongen: “Ik moet ook nog van gisteren betalen. Van de tram.” Jeroen: “Gisteren nog? Waar ben je toch mee bezig? Ik kan je ook een bon geven voor het niet tonen van je ID.” Jeroen gaat over tot het staande houden. Hij vertelt de jongen zijn rechten en plichten, de jongen is niet verplicht te antwoorden en heeft recht op juridische bijstand. Dan vraagt Jeroen: “Wat is de reden dat je geen vervoerbewijs bij je had?” “Ik wou gewoon gratis. En ik had ook geen geld bij me.” Jeroen schrijft een Uitstel van Betaling. “Wat betreft je ID-kaart geef ik je een officiële waarschuwing, nog geen bekeuring. Koop voortaan een kaartje als je met de trein gaat, jongen.” Onder een vriendelijk ‘Werk ze nog!’ vertrekt het joch.
Jeroen maakt een geweldsmelding in het systeem, dat hoort erbij als je iemand fouilleert. NS wil graag dat V&S’ers via het politie-systeem de identiteit van iemand kunnen natrekken. Daar wordt al lang voor gelobbyd bij de politiek, maar tot dusver zonder resultaat. Dat frustreert. Jeroen: “Het heeft met privacy te maken. Ik begrijp dat het nauw komt, maar ik wil het toch niet voor mijn lol? Ik heb een eed afgelegd!”
Bij de poortjes lijkt het of een jongen wil tailgaten. Hij heeft wel een kaartje, een Jongeren Dagkaart Dal. Die is op dit moment niet geldig. “Maar dan moet ik hier tot 18.30 uur wachten”, roept de jongen verslagen. “Dat kan niet, ik heb een afspraak.” Hij woont in een instelling en vraagt vertwijfeld aan Pauline of ze zijn groep wil bellen. Pauline strijkt met haar hand over het hart en laat de jongen door. Via de portofoon licht Jeroen de hoofdconducteur in.  
Baanvakken naar Holten
In gezelschap van V&S’ers Sven en Fatima gaan we baanvakken, extra controleren, tot Holten. We melden ons bij hoofdconducteur Gea uit Enschede, die we al een paar keer zijn tegengekomen. Het enige gedoe is met jongeren. Ook al is het tonen van je identiteitsbewijs verplicht als je een Dagkaart Jongeren Dal hebt, veel jongeren hebben hun ID niet bij zich. En sommigen nemen het niet zo nauw met het begrip daluren. “De voorwaarden zouden direct goed zichtbaar moeten zijn in de app”, zegt Sven. In Holten moeten we even wachten. Tegenover het station verkopen ze verrukkelijk ijs, wat een mazzel.
Terug in Deventer hebben V&S ‘ers Justin en Erik twee jongens bij de kladden. Opmerkelijk gedrag bij de poortjes, geen legitimatie en een Jongeren Dagkaart Dal terwijl ze ouder ogen. Ze zijn weinig meewerkend en moeten mee naar het halletje. Ze legen hun zakken, behalve een blokje hasj is er niets opmerkelijks. Maar ook geen ID. Uit hun tassen komen meerdere stellen nieuwe sneakers. In bubbeltjesplastic, geen doos eromheen. Andere schoenmaten dan zij zelf hebben en geen bon. Zijn het echte Nikes of een Ali Express-variant? Dat is niet aan V&S, maar misschien wel interessant voor de politie. Justin gaat fouilleren: “Heb je scherpe voorwerpen bij je? Iets waar ik me aan kan prikken of snijden?” Er wordt geen ID gevonden, ook niet in hun schoenen. Erik belt daarom de politie.  
Ik ga weer baanvakken. Tot Olst en terug. Hoofdconducteur Gea lacht: “Zie ik jullie alweer.” Jeroen spreekt een stel verliefde tieners aan omdat ze hun voeten op de bank hebben. Verder één persoon in de eersteklas die een kaartje Castricum – Alkmaar heeft en dus behoorlijk uit de richting zit. Hij laat de controle over zich heenkomen, accepteert het UvB rustig en toont zijn W-document (vreemdelingenregistratiebewijs, red.).  
Dronken reiziger
Vanaf Deventer gaan we direct weer baanvakken. Apeldoorn, here we come. Uit onze trein stapt een beschonken kerel, type overjarige hippie. “Bring the boys back home”, van Pink Floyd, schalt over het perron. Hij komt op ons af. Zingt weer, komt erg dichtbij, start een onsamenhangend verhaal over softdrugs en zingt weer. Het lijkt geen kwade dronk, maar het is wel ongemakkelijk. Pauline en Jeroen knikken eens vriendelijk en zeggen op het juiste moment meelevend ‘ja’ en ‘oh’. De man druipt af en kukelt bijna van de stationstrap. Jeroen licht toe: “Zolang zo iemand tegen óns kletst, zorgt hij niet voor overlast voor andere reizigers.” Bang zijn ze nooit, wel alert, waakzaam. “Je raakt pas angstig als je de controle kwijtraakt. Je moet goed weten wat je doet en wanneer een stap terug nodig is”, stelt Jeroen. Pauline vult aan: “En je moet op je duo-partner vertrouwen. Soms heeft de één een betere ingang bij een lastige reiziger om te de-escaleren dan de ander. Dan moet je die aanpak volgen.”
In Deventer staan we later voor de hoofdingang. Sven ziet uit zijn ooghoek iemand tailgaten en stapt erop af. 2.03 m in V&S uniform is best imponerend, de reiziger, circa 1.70 m., belooft beterschap. Justin spreekt een man aan die blikjes uit de prullenbakken vist vanwege het statiegeld. Op zich oké, maar de laatste druppels eruit schudden voor de deur van het station vindt Justin onacceptabel. “Het wordt een zooi en dan stikt het straks van de wespen.”
Melding internationale trein
Ineens hollen ze allemaal. Ik hobbel er achteraan, maar heb geen idee waar we heengaan. De trainmanager van de IC Berlijn vraagt om assistentie. Een mannelijke reiziger valt jonge vrouwen lastig. Fatima en Pauline staan een vrouw te woord: de man was in het gangpad tegen de vrouwen aan gaan dansen en was zeer opdringerig. “Ben je oké?”, vraagt Fatima. Pauline stelt de vrouw gerust: “Heel goed dat je dit hebt gemeld. Dit willen we niet in onze trein.” De mannen zijn ondertussen meegelopen met de trainmanager. Heel even lijkt de boosdoener onvindbaar. Met zo min mogelijk oponthoud krijgen ze hem de trein uit. Vermoedelijk een Oost-Europeaan, keurig in de kleren, pupillen als schoteltjes en een lucht alsof ‘ie de hele Gall&Gall heeft leeggedronken. Justin weet hem in het Engels en met gebarentaal goed duidelijk te maken dat hij in deze staat ongewenst is bij NS en begeleidt onze gast vriendelijk het NS-terrein af. Bij het voorplein valt de man direct  automobilisten lastig met de vraag of ze  drugs hebben. Eén blik en één stap van Justin en de man vertrekt. Justin blijft voorlopig in de buurt van de ingang, deze gast willen we niet op het station.
Het is 22.30 uur. Mijn meeloopdienst zit erop, mijn stappenteller tikt bijna de 10.000 aan. Mijn hoofd zit vol gedachten: wat waanzinnig dat het nodig is dat V&S zo vaak in actie moet komen, en wat fijn dat deze collega’s er zijn.
Uit privacyoverwegingen zijn de namen van collega's in dit verhaal aangepast.
Ook V&S'er worden?
NS heeft nog meer V&S-collega’s nodig. Bekijk de vacatures hieronder:
NS job alert

Jouw droombaan in je mailbox?

Mis nooit meer jouw ideale vacature met onze persoonlijke vacature alerts.